Door: Manon Albers

U heeft zwangerschapsvergiftiging!

Columns / 16 december 2010 / Manon Albers

‘Goedemorgen,’ klinkt de stem van mijn 15 jarige dochter in het donker. Ze is op weg naar de douche. Het is 7 uur ´s morgens. /n15 jaar alweer, denk ik. En wat zijn we goed samen! /nLees de laatste column van Manon!

Het eerste wat ik ooit van haar zag was een polaroid. (nee, ze is niet geadopteerd) She really is mine. Maar die polaroid vergeet ik nooit. Hoewel…

Het was 1995 en ik was uitgerekend op 17 november. Ik vond het al vrij snel helem aal niets om zwanger te zijn. Ja, ik wilde een kind. Heel gr aag. Maar het is jammer dat het m aar op 1 manier kan. In alles heb je keuzemogelijkheden maar hierin niet. Er g aat iets in en er moet iets uit. Klaar. En HOE het er uitmoet…ja, daar zijn dan nog wel varianten op te bedenken. Ach en dan dat gezwam over een roze wolk, beschuit met muisjes en voordeelpakken pampers. Babyyoga, onder water bevallen met dolfijnen en de blije doos. Gratis een blije doos aanvragen. Net zwanger en al cadeautjes ontvangen, wat een feest! En het gezemel als zo’n kindje geboren is:

Als we nu nóg niet weten hoe een baby eruitziet… nou, dan zal ik het nog even subtiel samenvatten: meestal ziet-ie er niet uit, m aar zegt iedereen: wat een schátje! De moeder zegt praktisch altijd: tja, het was best pittig maar als je ziet wat je er voor terugkrijgt… Doelt ze dan op die stinkluiers, het gejank en het opgeven van zure melk? Voeden, verschonen, voeden, verschonen en weer afgepeigerd op bed liggen. Afgepeigerd op bed liggen heet in de wereld van bi-ba babyland; We rusten een uurtje, graag even bellen. Het moet vooral allemaal LEUK zijn! En supergezellig.

Nou ja, voor velen misschien wel, voor mij niet. Het werd totaal geen feest verder. Ik vond er zogezegd al niks aan. Een raar, gek en on werkelijk lijf, langs het echte leven heen leven. En tijdens controles in de 28ste week kon ik meteen door naar het VU Medisch Centrum. (misschien mijn straf omdat ik niet genoot)

Gevaarlijk hoge bloeddruk en meteen aan infuus met 5 soorten medicatie. Wist ik veel dat ik er niet zonder kind meer uit zou komen en daar 6 weken lang plat moest liggen aan dat infuus met 5 soorten medicatie.

‘U heeft zwangerschapsvergiftiging, zegt een van de 7 hoofden boven mijn bed. Gev aar voor moeder en kind. We kiezen altijd voor de moeder als de situatie kritiek is.’

Na vier weken begin ik al aardig labiel te worden van alle bloedcontroles, echo’s, infusen met magnesium, hordes artsen aan mijn bed en nauwelijks bezoek. (mocht niet, te druk) Ik mag niet douchen en wordt in bed gewassen. Wat een verschrikking voor iemand die altijd door het leven vliegt.

Na vijf weken besluit ik eens op test aan. Ik vind het mooi zo. Ik loop met mijn infuus naar de balie en zeg alleen maar: ‘Ik wil hier weg, en wel nu, w aar kan ik papieren tekenen?’ Het verplegend personeel is het niet echt eens met me. Waarom dan niet?

Gelukkig duurt het niet lang meer. Ik sta in de lange witte gang en voel het water langs mijn benen lopen. Schattig lichtroze vruchtwater. Wat lief!! Nu moet ikwel direct gaan liggen en zal mijn bevalling waarschijnlijk op een keizersnee uitlopen. Joepie! Snijden in Manon. Hadden we ook nog niet gehad. Borstvoeding gaat niet lukken want Manon is een gifvat. Chemisch stuk afval baart kind.

2 dagen later nadat ik nog 13 uur met allerlei wee-opwekkende middelen ben verwend maar slechts 2 cm ontsluiting blijf houden, wordt er een plekje in de OK vrijgemaakt. Ik weet niets. Jongen, meisje, Geen flauw idee. Dood, levend. Ik? De baby? 18.32 zie ik op een klok en ben weg. Uurtje later ben ik wakker. Er staat een vriendelijke dokter bij me.

‘Het is een meisje, hoe heet ze?’ ‘Nina.’ zucht ik en val weer in diepe slaap.

Weer wat later op die avond van 9 oktober 1995 zie ik mijn moeder naast mijn bed. Ze geeft me een ijsblokje. Ik zit onder de morfine en begin te hallucineren. Gratis en voor niks mijn eerste LSD trip. Eindelijk. Op een kastje naast mijn bed ligt een polaroid. Die weet ik te bereiken. Ik weet namelijk nog vaag dat er een kind geboren moet zijn.

Ik kijk er naar en zie mijn kind. Nien ligt in de couveuse. Drie pakken suiker. Een kleine broos poppetje met gitzwart haar. In een soort aquarium. De polaroid beweegt van links naar rechts. Op en neer. Golvende bewegingen. Visjes erbij. Ik zie kleuren, rood, groen oranje. Blauw. Geen roze. Nee, geen roze. Ik zak weer weg.

Nog even blijven liggen… “Goeiemorgen Nien, vergeet je brood niet en doe je best met wiskunde!’

 
 

Reacties zijn gesloten.