De tien landen zijn: Nederland,België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Japan.
Nederland telt steeds meer ondernemers Het aandeel ondernemers in de beroepsbevolking (de ondernemersquote) in Nederland was 12% in 2007. Het verloop van de ondernemersquote in de periode 1972 t/m 2002 in Nederland is U-vormig: tot halverwege de jaren tachtig daalde de ondernemersquote. Daarna is de aandacht en waardering voor ondernemerschap toegenomen, de ondernemersquote is weer gaan stijgen.Deze stijging vanaf 2002 blijft zich voortzetten. De toename van waardering voor ondernemerschap is ook in andere landen waarneembaar.
Te weinig snelle groeiers Snelgroeiende bedrijven zijn bedrijven die in drie jaar tijd een omzetgroei van meer dan 60 procent realiseren. Het percentage snelle groeiers in Nederland bedraagt in de periode 2003 t/m 2006 16,4 procent. Vanuit internationaal perspectief gezien is dit percentage laag. Van de benchmarklanden scoren alleen België en Japan lager. In de sector vervoer en diensten zitten over het algemeen de meeste snelle groeiers gevolgd door industrie, energie en bouw. In de sector handel en horeca komen relatief weinig snelle groeiers voor. Doordat in Nederland relatief veel zelfstandigen starten, is het logisch dat het aandeel snelle groeiers in het totaal niet zo hoog is. Zonder personeel is een dergelijke omzetgroei niet gemakkelijk te realiseren in bijvoorbeeld dienstverlening. Een sector met veel starters.
Opheffingen In 2007 was overigens ook een forse toename van het aantal opheffingen waar te nemen: van 57.600 in 2006 naar 62.500 in 2007.
|
Geef een reactie