Door: Linda Woudstra

Vrouwen kiezen bewust deeltijdwerk

Nieuws / 12 november 2008 / Linda Woudstra

De arbeidsduur van vrouwen hangt vooral samen met hun opvattingen over werk en inkomen. Vrouwen die veel belang hechten aan hun werk en/of economische zelfstandigheid, werken veel uren buitenshuis, ook als ze kleine kinderen hebben. De arbeidsduur hangt dan ook maar ten dele samen met de zorg voor jonge kinderen.






Verdeelde tijd. Waarom vrouwen in deeltijd werken.

 


  • Twee op de vijf jonge vrouwen die (nog) geen kinderen hebben werkt minder dan 35 uur per week.

  • Eén op de drie vrouwen heeft het gevoel te moeten werken omdat hun inkomen niet gemist kan worden.

  • Dat vrouwen in deeltijd werken wordt geaccepteerd door alle betrokkenen: de vrouwen zelf, hun partners, familie en vrienden en hun werkgevers.

  • Twee op de drie vrouwen met een zeer kleine deeltijdbaan (1-11 uur) en bijna de helft van de vrouwen met een kleine deeltijdbaan (12-19 uur) willen meer uren werken.

  • Een kwart van de vrouwen met een grote deeltijdbaan (28-34 uur) en de helft van de vrouwen met een volledige baan zouden juist wat minder uren willen werken.

  • Het aandeel werknemers dat de eigen werktijden (binnen grenzen) zelf kan bepalen is in 2005 even hoog als in 1995.

  • Eén op de zes jonge, in deeltijd werkende vrouwen kunnen niet in voltijd werken, terwijl ze dat wel zouden willen.

Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Verdeelde tijd. Waarom vrouwen in deeltijd werken, die op dinsdag 11 november jl. is verschenen. In het rapport geven de onderzoekers drs. Wil Portegijs, drs. Mariëlle Cloïn, prof.dr. Saskia Keuzenkamp, drs. Ans Merens en Eefje Steenvoorden MSc een beeld van de beweegredenen van vrouwen om in deeltijd te werken. Aandacht wordt onder meer besteed aan de levensfase waarin men verkeert, de zorg voor de kinderen, de rol van de partner, het beleid van de overheid en de houding van de werkgevers. Het rapport is gebaseerd op zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek.


Deeltijd omdat er meer is in het leven dan werk.


De arbeidsduur van vrouwen hangt vooral samen met hun opvattingen over werk en inkomen. Vrouwen die veel belang hechten aan hun werk en/of economische zelfstandigheid, werken veel uren buitenshuis, ook als ze kleine kinderen hebben. De arbeidsduur hangt dan ook maar ten dele samen met de zorg voor jonge kinderen. Vrouwen met kinderen van 0-11 jaar werken vanwege de zorg voor hun kind meestal in deeltijd. Maar ook vrouwen waarvan de kinderen al groot zijn werken vrijwel even vaak in deeltijd, en de gemiddelde arbeidsduur is vergelijkbaar. Ook van de jonge vrouwen die (nog) geen kinderen hebben werkt 38 % minder dan 35 uur per week. Van alle vrouwen die in deeltijd werken heeft slechts 41% kinderen van 0-11 jaar.


Deeltijdbaan vanzelfsprekende ‘keuze’


De meeste vrouwen (met en zonder kinderen) die in deeltijd werken geven aan daar zelf voor gekozen te hebben. Zij willen niet voltijds werken om zo meer tijd over te houden voor hun huishouden, hun kinderen, of voor zichzelf, hun hobby’s en sociale contacten. Veel in deeltijd werkende vrouwen ervaren deze keuzeruimte als een luxe. Deze hangt samen met de traditionele verdeling van taken. Van alle vrouwen heeft slechts 35% het gevoel te moeten werken omdat hun inkomen niet gemist kan worden; bij mannen ligt dit aandeel op 76%. De meeste vrouwen hebben een partner die 5 dagen in de week werkt en zorgt voor het basisinkomen. Het inkomen van de vrouw wordt gezien als een al dan niet noodzakelijke aanvulling daarop. Daar staat tegenover dat de vrouw het leeuwendeel verricht van het huishoudelijk werk en de zorg. Deze taakverdeling lijkt heel vanzelfsprekend tot stand te zijn gekomen. Vrouwen blijken weinig moeite te hebben met de ongelijke verdeling van onbetaald werk, en de partner (en ook familie en vrienden) hebben er alle begrip voor dat de vrouw in deeltijd werkt, en daardoor minder bijdraagt aan het huishoudinkomen.


Ook op het werk blijkt de deeltijdbaan voor vrouwen volledig ingeburgerd. Geen van de in deeltijd werkende vrouwen heeft veel moeite moeten doen om een deeltijdaanstelling te krijgen.


Deeltijd door overheid gestimuleerd


Vanaf halverwege de jaren tachtig heeft de Nederlandse overheid beleid gevoerd om het werken in deeltijd te stimuleren en daarmee de arbeidsparticipatie van vrouwen te verhogen. Die is sindsdien inderdaad verder gestegen, en het is aannemelijk dat het overheidsbeleid daaraan heeft bijgedragen.


Inmiddels heeft driekwart van de werkende vrouwen in Nederland een deeltijdbaan, veel meer dan in andere landen. Het overheidsbeleid heeft er mogelijk aan bijgedragen dat de arbeidsvoorwaarden van deeltijdwerkers in Nederland beter zijn dan voor deeltijders in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Zweden, Frankrijk en Spanje. De gevolgen voor de carrière blijken echter even nadelig. Dat er in Nederland veel meer vrouwen in deeltijd werken ligt dus niet aan een gunstiger arbeidsmarktperspectief voor deeltijders in ons land. Waarschijnlijker is, dat de wens om in deeltijd te werken hier makkelijker gerealiseerd kan worden.


Vrouwen met kleine deeltijdbaan willen iets meer uren werken


De meeste in deeltijd werkende vrouwen willen niet voltijds werken, maar veel van hen zouden wel iets meer uren willen werken dan ze nu doen. Dat geldt met name voor vrouwen met een (zeer) kleine deeltijdbaan: twee op de drie vrouwen met een zeer kleine deeltijdbaan (1-11 uur) en bijna de helft van de vrouwen met een kleine deeltijdbaan (12-19 uur) wil een grotere deeltijdbaan. Een kwart van de vrouwen met een grote deeltijdbaan (28-34 uur) en de helft van de vrouwen met een volledige baan zouden juist wat minder uren willen werken. De bereidheid om meer uren te gaan werken neemt nog verder toe als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden hebben vooral te maken met de tijd en plaats waarop gewerkt moet worden (afstemming van werk op privé), de inhoud van het werk (leuker werk of betere perspectieven) en substantiële financiële vooruitgang. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan zou de gemiddelde arbeidsduur voor alle vrouwen (inclusief de niet- en voltijdwerkenden) met 5 uur per week kunnen toenemen.


Werkgevers weinig stimulerend voor uitbreiding arbeidsduur


Aan de behoefte van vrouwen om meer zeggenschap te hebben over hun werktijden, wordt door werkgevers nog weinig tegemoet gekomen. Er wordt veel gesproken over meer bij de wensen van werknemers aansluitende organisatie van arbeid (op schooltijden afgestemde contracten, thuiswerken, eigen rooster opstellen, levensfasebewust personeelsbeleid), maar in de praktijk bleken succesvolle voorbeelden moeilijk te vinden. De enkele bedrijven die deze nieuwe concepten hebben omarmd, blijken meestal nog in het experimenteerstadium. Het aandeel werknemers dat de eigen werktijden (binnen grenzen) zelf kan bepalen is in 2005 even hoog als in 1995.


De meeste in deeltijd werkende vrouwen voelen zich door hun werkgever niet gestimuleerd om meer uren te gaan werken. In functioneringsgesprekken komt een eventuele uitbreiding van de arbeidsduur, bijvoorbeeld nadat de kinderen groot zijn, zelden aan de orde. De helft van de geïnterviewde in deeltijd werkende vrouwen denkt dat er binnen de eigen organisatie ook geen mogelijkheden zijn om meer uren te gaan werken.


7% van de in deeltijdwerkende vrouwen werkt liever voltijds


Een klein deel van de in deeltijdwerkende vrouwen werkt onvrijwillig minder dan 35 uur per week. Bij de jonge deeltijdwerkende vrouwen is dit aandeel nog hoger: 16% van hen kan tot hun spijt geen volledige baan krijgen. Soms omdat er niet meer werk is of geld om de vrouw voor meer uren aan te stellen. Maar ook omdat de functie waarin zij werken, vanwege de behoefte van de werkgever aan flexibiliteit, of de veronderstelde zwaarte van het werk, uitsluitend in deeltijd wordt aangeboden.

 

Publicatie 'Verdeelde tijd'

 

SCP-publicatie 2008/24

 

Verdeelde tijd

Waarom vrouwen in deeltijd werken

 

Door Wil Portegijs, Mariëlle Cloïn, Saskia Keuzenkamp, Ans Merens en Eefje Steenvoorden 

Sociaal en Cultureel Planbureau

November 2008, ISBN 978 90 377 0397 9

Prijs € 19,90.

 

De publicatie is verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel of te bestellen via de web-site: www.scp.nl

 

Bron: Sociaal Cultureel Planbureau

 

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *