Door: Linda Woudstra

O, wat is Opzij toe aan verandering!

Nieuws / 1 november 2006 / Linda Woudstra

Het feministische kopstuk Cisca Dresselhuys heeft haar sporen verdiend, maar is nu het contact kwijt met de werk en zorg combinerende vrouw, zegt Linda Woudstra. /n /nOp 9 november viert de hoofdredacteur van maandblad Opzij , Cisca Dresselhuys, haar 25-jarig jubileum. Voor een jubilaris die kan rekenen op veel media-aandacht is dat een uitgelezen kans een visie op nog te realiseren doelen onder de aandacht te brengen. Interviews met Dresselhuys van de afgelopen weken ontberen helaas die visie.






Wel kunnen wij lezen dat zij op haar feest vooral hoopt op de aanwezigheid van de vele topmannen die zij de afgelopen jaren heeft geïnterviewd. Vermoedelijk om zich te laten bewonderen in de speciaal voor dit doel vervaardigde en peperdure zwart-witte jurk van Sheila de Vries (Magazine, 21 oktober). Ook googlend op haar naam is het moeilijk ontsnappen aan het kennelijke belang van wekelijks kapperbezoek en lipstick in dezelfde kleur als de gelakte nagels. Waarom uitgerekend de hoofdredacteur van een feministisch maandblad zo de aandacht op het uiterlijk vestigt? Zijn we wel een stap verder gekomen, dan toen Freud de historische woorden sprak: Was will das Weib?
Het lezerspubliek van Opzij moet volgens de makers gevonden worden onder veertigplussers, de eerste grote groep hoger opgeleide vrouwen die op dit moment volop bezig zijn werk en gezin te combineren. Met een oplage van 75 duizend bereikt Opzij rond de 3 procent van de vrouwelijke bevolking in de leeftijd van 40 tot 60 jaar. Een mager resultaat, gelet op wat bij deze groep valt ‘te halen’. Zie de grote regelmaat waarmee andere media aandacht besteden aan de worsteling van vrouwen een formule te vinden voor de combinatie werk en gezin.

Intussen lijkt het 63-jarige boegbeeld de aansluiting met heel wat vrouwen te missen. Wat mij betreft is het dan ook ruimschoots tijd voor een wisseling van de wacht. Het feminisme, dat ooit begon vanuit een duidelijke visie op zelfbeschikkingrecht, toegang tot hoger onderwijs en het recht op geboorteregulering, heeft geen antwoord voor vrouwen van nu die van deze verworvenheden kunnen profiteren, maar tegelijk voor nieuwe problemen komen te staan.

De vertegenwoordigster van het feminisme heeft emancipatie bovendien een sterk elitair karakter meegegeven, getuige de beruchte hoofddoekkwestie, waarin Dresselhuys de stelling betrok dat bij haar op de redactie geen hoofddoek binnenkomt. Moslima’s die zich aan ‘de zaak’ willen wijden, doen er goed aan zich eerst te verdiepen in de strikte dresscode die er kennelijk bestaat voor feministen.
En ook ‘gewone’ hardwerkende vrouwen krijgen nog altijd ongenadig ervan langs wanneer zich weer een oude feministe in het harnas hijst. Zoals op 17 oktober in NRC Handelsblad in het stuk van Neelie Kroes en Heleen Mees, die snerend opmerken ‘dat een topbaan meer dan twee werkdagen per week vergt, en niet samenvalt met schooltijden’. Net als Dresselhuys, die deeltijdwerk een luxevariant noemt, volgen zij het uitgesleten spoor dat het succes van emancipatie afmeet aan het percentage vrouwen dat in de masculiene orde een plek aan de top weet te veroveren. Daarmee gaan zij voorbij aan wat werkelijk gaande is: de weigering van veel vrouwen zich te conformeren aan de masculiene manier van carrière maken.

Het hoge percentage vrouwen dat na de geboorte van het eerste kind blijft werken (90 procent in 2003), bewijst dat er in beginsel weinig mis is met de emancipatie van vrouwen in Nederland. Toch is het streven naar volledige economische zelfstandigheid op dit moment voor te veel vrouwen een egoïstische uitruil over de hoofden van de kinderen. Aan alle kanten rammelt het Nederlandse opvang- en schoolsysteem, met z’n uitvallende lesuren en doemiddagen.

Noodgedwongen houden vrouwen hardnekkig stand in parttimebanen, om er zowel te zijn voor de kinderen als om zoveel mogelijk te voldoen aan het ideaal van economische zelfstandigheid. Bij gebrek aan betere combinatiemogelijkheden kiezen vrouwen massaal voor het ondernemerschap (32 procent van de starters is vrouw, meldt de Kamer van Koophandel, 2005) of leveren in stilte strijd aan de keukentafel, in de hoop hun mannen meer te betrekken bij de opvoeding.

Toch wordt deze succesvolle opmars van de nieuwe generatie onvoldoende herkend, laat staan erkend – in elk geval niet door onze feministische boegbeelden. Het is al met al wonderbaarlijk dat er nog vrouwen zijn die kinderen willen baren. Met zo weinig faciliteiten voor kinderopvang, de lagere beloning van vrouwen, twijfelzaaiende rapporten over schadelijke gevolgen van crèches en voortdurende kritiek op de keuzen die vrouwen maken, verdienen alle werkende moeders niets dan lof. Zij durven de betrokkenheid van mannen bij de zorg op te eisen, zelf zware verantwoordelijkheden te dragen: in hun werk, in de opvoeding én in het gezinsinkomen. Maar als vrouwen met al deze tijdverslindende taken prioriteiten gaan stellen en zich al dan niet teleurgesteld van de feministische beweging afwenden, zoeken zij volgens Dresselhuys ‘hun heil in zweverigheid’ (Opzij, april 2006). Door het gedrag en de keuzen van vrouwen te beschimpen, komt er nooit een heldere visie op het hele systeem waarin mannen en vrouwen werk en zorg proberen te combineren. Dat is wat je noemt een gemiste kans.

Het lijkt erop dat Nederlandse vrouwen het, tot Dresselhuys’ definitieve vertrek, ook de komende twee jaar nog zullen moeten doen met de steun van Oprah Winfrey. Die geeft namelijk wél onomwonden toe dat moederschap the toughest job on earth is. En dat maakt haar O Magazine een goede opvolger van O-pzij.

 

Linda Woudstra (44 jaar) is oprichter en directeur van www.Regeltante.nl, een landelijk interactief bemiddelingsbureau voor oppas en huishoudelijk personeel. Zij is getrouwd en heeft twee kinderen van 9 en 11 jaar, werkt fulltime en deelt de zorg met haar partner, oma, vrienden, buren, een oppas, huishoudelijke hulp en de robotstofzuiger.

Copyright: Woudstra, Linda

Dit artikel verscheen eerder als Opiniestuk in de Volkskrant van 31 OKTOBER 2006 (PAGINA 12)

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *