Door: Linda Woudstra

Uitslapen

Nieuws / 24 november 2008 / Linda Woudstra

Alleen wat zachte televisiegeluiden van beneden. Heerlijk, ik slaap uit! Tenminste, dat denk ik. En als je denkt dan slaap je niet, maar het idée dat ik nu zou kunnen slapen is al een genot op zich. Het echte uitslapen is lang geleden.






Flauw eigenlijk dat ouders daar altijd zo over zeuren. Alsof je dat niet over hebt voor een kind.


Bij de werkborrel hoorde ik het nog iemand zeggen tegen mijn ongewenst kinderloze collega: ‘Meid, heerlijk toch, jij kan in het weekend net zo lang blijven liggen als je wilt.’ Nou, daar klaarde ze enorm van op, dat zag je zo. Hormonen, pijnlijke behandelingen, dromen die niet uitkwamen, wanhopige ruzies, ongeduldige schoonmoeder, nergens meer voor nodig! Laat dat kind maar, ze kon immers lekker uitslapen?


Was het nou echt zo geweldig, dat luieren ’s ochtends? Ik herinner het me eigenlijk niet. Wat ik nog wel weet, zijn die eerste jaren met kinderen, zonder slaap, vol oorontstekingen, zesde ziektes, en angstaanjagende hoestaanvallen. Die bijna bevrijdende simpelheid die je bevangt als je op standje overleven staat. God, wat word ik gelukkig als ik daar aan denk. Omdat het allemaal nooit meer hoeft. Er komt hier geen derde meer in.


Nog steeds stil beneden. Concentreer je. Tijd voor jezelf. Net als ik in slaap dreig te vallen, hoor ik een ijselijke gil. Direct gevolgd door een lange stilte. Dit klopt niet. Mijn lichaam schiet in een automatisme omhoog. Na jarenlange gewetenloze martelingen tussen broer en zus (dat hoort erbij zeggen ze) ontkomen we nu blijkbaar niet meer aan een fatale afloop. Pas een paar lange momenten later dringt de inhoud van de gil tot me door: P I P P I E I E I E I E!!!! Vreugde was het dus, over de ochtendprogrammering. Al mijn soezerige geluk bruut verstoord door dat stoere meisje met vlechten, die al generaties lang weet te boeien.


Nu de adrenaline-kraan open is gezet, schieten alle weekend-Moetjes door mijn hoofd. Fietsen met de kinderen, want ze zijn veel te veel binnen geweest deze week. Crêpepapier kopen om een nepbloem te maken voor de bijna jarige juf. Niet cadeautje vergeten voor jarig vriendje van Zoon. Maar dat joch heeft toch alles al. Anti-allergische brokjes voor die konijnen. Ik ben er toch weer ingestonken. Moederfiets laten maken want iemand heeft dat vehikel weer eens omgekwakt bij de supermarkt (zou ik ook doen als ik zo’n ding voor het eerst zag). Nieuwe gordijnen zoeken want daar is weinig van over na dat laatste kinderfeestje hier.

 

Oh ja, Marlies en mij aanmelden voor die workshop ‘Taarten decoreren’. Heb ik haar beloofd, want dan ‘doen we eindelijk iets zonder de kinderen’. Iets echt leuks mag het dan blijkbaar niet zijn (stel dat we de smaak te pakken krijgen). Zwemles. Tijdschriften meenemen voor tijdens het wachten. Gezellig kletsen is er niet altijd bij. Dat wist ik al van lange verblijven in speeltuinen, waar ik wild van verveling iedere potentiële vorm van gesprekstof (type plataan, kleurschakering speeltoestel, kinderspekgehalte van tweejarigen) aangreep. Maar een beetje lekker kletsen met een vreemde, daar zijn de keurige moeders in deze buurt niet altijd van gediend. Die kennen geen kroegcultuur, zoals mannen. MANNEN. KROEG. Een tweede schok overvalt me, de heimwee naar mijn oude leven snijdt opeens door mijn ziel. Stop met denken. Don’t go there. Denk aan je lieve kinderen. Denk aan je collegaatje. Geniet.

 

 

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *