Door: Manon Albers

Kinderdagfabriek?

Columns / 13 juni 2011 / Manon Albers

Een kersvers kinderdagverblijf in Amsterdam opent zijn deuren. Er is zo’n open dag en ik kan even rondkijken. Dit kinderdagverblijf is gevestigd in een villa. Ik zou het bijna kinderdagfabriek noemen…

Iets van vijftig peuters en dertig baby’s kunnen erin en dan de naschoolse nog natuurlijk. Moneymakers?

Een villa zonder werkelijk ook maar een pluisje in de lucht. Geen stofje te bekennen. Geen poepluier te ruiken. Heel veel licht, allemaal houten bedjes en zogenaamd hoogwaardig speelgoed in harmonieuze setting. Het is er zo schoon en steriel dat ik er stil van ben. Het is licht en rustig en bijna sober ingericht. Statisch vind ik. Meer een museum. Vier verdiepingen. Vier verdiepingen steriel en alles het zelfde. Ik krijg ‘t Spaans benauwd.

Zo sfeerloos heb ik een kinderdagverblijf nog nooit gezien, maar wie ben ik. Ik zal wel niet helemaal het concept van deze tijd begrijpen qua kinderopvang. Oh ja en er is een prachtig aangelegd gazon met hier en daar een bronzen beeldje. Ik mis de fietsjes en kruiwagens en grote zandbak. Maar ja, zand is niet steriel. Wellicht staan de stepjes en fietsjes achter slot en grendel?

Dan de pedagogische liefdevolle dames.Knappe jonge trendy meiden met witte tanden en het blonde haar in een paardenstaart. Prachtig gestreken jurkjes waar hun maatje 36 prima in uitkomt. Uiteraard geen vlekje te bekennen. Tip: niet solliciteren met maat 42. Niet doen. Je kunt ‘t shaken.

Een van de meiden houdt haar praatje voor een aantal sollicitanten. “We werken met zo min mogelijk prikkels, daar blijven de kleintjes lekker kalm onder” zegt ze en lacht haar tanden bloot. Wat een gezever. Ik denk aan de crèche in de Jordaan waar mijn oppaskindje zit. Een warm bad als je binnenkomt. Superleuke, warme betrokken leidsters. ( Nee, geen knappe jonge trendy meiden maar ervaren oudere schatten die weten waar ze het over hebben)

Overal tekeningen aan de muur en schilderingen in de gang. Vrolijke kleuren. Gewoon een gezellige boel. En de rustmomenten lasten ze wel in. Geen ‘hoogwaardig’ speelgoed maar ‘gewoon’ lego, puzzels, treinen, poppen auto’s en een creatieve speelhoek.

Nee, de kinderfabriek is meer een soort kinderhotel. Met een eigen bioscoopzaal. Brede lounge stoelen bekleed met rood velours. “Als het echt heel erg regent of hagelt, mogen ze hier films kijken of lekker even met de playstation.” zegt ene Carmen en ik ruik plotseling de geur van appeltaart. “Speciaal voor deze dag is er biologische appeltaart gemaakt.” kwettert haar collegaatje.

En de glimlachen blijven maar staan. Ze zegt tegen een paar sollicitanten dat de kok nog les heeft gehad van die beroemde patron-cuisiner Fakel. Ik zeg: “Fagel. Het was John Fagel.” Maar goed wie is daar in geïnteresseerd? Geen kind! Zeker hier niet. Als ik later buiten sta krijg ik ineens enorme zin in een patatje met. Ik besluit nog even langs de Febo te fietsen!

 
 

Reacties zijn gesloten.