Door: Linda Woudstra

Wie is hier niet competitief?

Nieuws / 27 november 2007 / Linda Woudstra

Weer een nieuwe columniste die haar mening niet onder stoelen of banken steekt! We verwelkomen Dana Ploeger, ze schreef het boek Meesterwerk en kwam zo in contact met Regeltante. Ze zegt over haar werk: `Ik schrijf graag verhalen met een menselijk gezicht over misstanden, ontwikkelingen en trends in de samenleving.`







Vrouwen zijn van nature niet competitief. Ja hoor, daar is weer zo’n onderzoekje. Deze keer van de dames Muriel Niederle en Lise Vesterlund, die hebben uitgezocht waarom in de top van de vijfhonderd grootste bedrijven maar 4,3 procent vrouw is. En dat komt, zeggen de onderzoeksters, omdat mannen en vrouwen verschillende capaciteiten hebben. Vrouwen zijn namelijk minder competitief.


Wat blijkt? Mannen kiezen bij bepaalde experimenten veel vaker voor competitie dan vrouwen. Zoveel vaker zelfs, dat dit aantoonbare inefficiënte gedrag (bij de mannen) duidt op overmoed. Dat verbaast me eerlijk gezegd niks, het heet niet voor niets ‘haantjesgedrag’. Maar goed. De onderzoekers concluderen verder dat naast de overmoed jongens vaker worden getraind op assertiviteit en meisjes meer op empathie en gelijkheid. Nee, dat wisten we ook nog niet…


Ik word er wel een beetje flauw van. Vooral omdat hiermee altijd maar weer bewijs wordt gezocht voor het al dan niet doorstromen naar de top. Ja dames, het lukt jullie niet, want jullie zijn niet competitief genoeg. Jullie willen het gewoon niet. Jammer. Wanneer gaan er eens een paar onderzoekers bekijken waarom mannen zich bedreigd voelen door sterke, competitieve vrouwen. Of waarom zoeken ze bij een vacature altijd weer naar een kloon van zichzelf en zien ze bij een vrouwelijke kandidaat eerder hun dochter voor zich. Zo’n meid gun je toch eerder kinderen, dan zo’n zware topbaan. Toch, heren?


Ik begrijp heel goed dat wij moeders een rolmodel zijn voor onze dochters. En dat schijnt goed te werken. Je ziet bijvoorbeeld in de zorg dat van alle artsen in opleiding 75 procent vrouw is. En die dames werken allemaal keihard, willen graag een toppositie en hebben veelal ook nog een kinderwens. Een student geneeskunde die momenteel in een vluchtelingenkamp in Libanon rondloopt, zei tegen me: ‘Ik heb bij mijn moeder gezien dat ze het allemaal tegelijk deed, studeren, kinderen krijgen en een ambitieuze carrière hebben. Als zij het kan, kan ik het ook.’ Ik bedoel maar.


Ik sprak dit weekend een bevriend wetenschappelijk onderzoeker naar tropische ziekten, die veel jonge onderzoekers begeleidt. Hij zei: ‘Het zijn de vrouwen die het hoogste scoren. Op het moment dat de comfortzone minder wordt, zitten die mannen het liefst bij mama’s kookpot. Dat zijn echt doetjes. De beste tropenonderzoekers van dit moment zijn de vrouwen.’


Wanneer ik zo om mij heen kijk in mijn eigen vriendenkring kijk, zie ik ook behoorlijk wat competitief gedrag. De interim-manager met haar eigen bedrijf (plus vier kinderen), de psychotherapeut met eigen praktijk (plus vier kinderen), de directeur van een evenementenbureau (plus drie kinderen). Wat nou niet competitief? Het wordt tijd dat we rechtop staan, neus vooruit, of zelfs een beetje omhoog. En al die onderzoekjes mogen rechtstreeks de prullenbak in.

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *