Door: Linda Woudstra

Rolmodellen

Nieuws / 16 augustus 2010 / Linda Woudstra

Terwijl ik zelf liep te slepen met mijn kinderen zag ik volop mogelijkheden die het leven van werkende ouders een stuk leefbaarder konden maken. Vanuit die persoonlijke ervaring begon ik acht jaar geleden Regeltante.nl. Wat ik zag?






Het barst in Nederland van de vrouwen die in ruime mate beschikbaar zijn om belangrijk werk te kunnen doen voor werkende gezinnen: van schoonmaak tot koken, kinderen ophalen, bijles geven, noem maar op. Ik probeer als een soort Marktplaats werkende ouders te koppelen aan die beschikbare vrouwen en ze te helpen dat op een verantwoorde en legale wijze te doen. Maar tot op de dag van vandaag zie ik in de databestanden van Regeltante dat er van dit soort werkzaamheden permanent 20 miljoen uren beschikbaar zijn. Regeltante heeft die uren zichtbaar gemaakt, maar beide partijen komen nog steeds niet of heel lastig bij elkaar door wet- en regelgeving die uitgaat van wantrouwen en misbruik in plaats van oplossingen. Dat is voor mijn bedrijf niet goed, maar waar het mij persoonlijk om gaat is het gebrek aan waardering voor het onbetaalde werk dat nog steeds overwegend door vrouwen wordt gedaan. Vrouwen die ervoor betaald willen worden, lopen tegen allerlei hindernissen aan. Maar hetzelfde geldt voor vrouwen die daardoor hun opleiding niet te gelde kunnen maken. Alleen als we die waardering tonen, bijvoorbeeld door deze werkzaamheden fatsoenlijk te betalen en uit de illegaliteit te halen, kunnen we gezamenlijk een goed voorbeeld en inspiratiebron zijn voor onze kinderen. Waarderen wij de zorg en opvoedingstaken niet of te weinig dan kiezen onze kinderen daar niet meer voor en eindigen we zonder kinderen en zijn er geen mensen meer bereidt om te zorgen voor anderen.

 

Uiteindelijk zie ik de echte oplossing in een complete renovatie van het schoolsysteem. Vanaf de basis moet het opnieuw opgebouwd worden met als uitgangspunt gedeelde verantwoordelijkheid voor onze kinderen. Het idee dat we in Nederland kinderen kunnen splitsen in leerlingen die onderwezen worden en kroost dat opgevoed wordt, moet op de schop. Ouders – in alle lagen van de bevolking – blijken het niet alleen te kunnen. We kunnen allemaal wel wat hulp gebruiken bij de opvoeding, de dagplanning en sommigen zelfs bij de invulling van basisbehoeften zoals voeding. Kinderen die naar school komen zonder ontbijt of als lunch een croissant of zelfs een zak chips meekrijgen, het zijn al lang geen uitzonderingen meer. En ik ken ook genoeg hoog opgeleide vrouwen die hun kinderen voor het slapengaan een vitaminepil toestoppen omdat ze er niets groens meer in krijgen. Dit is echt een groot probleem waarbij scholen strikt genomen de houding zouden moeten hebben: met hongerige of slecht gevoede kinderen kunnen wij niet werken.

 

De intelligentie in het onderwijs moet in z’n geheel omhoog want een nieuw systeem waarin kinderen in een professionele organisatie op efficiënte en innovatieve wijze worden onderwezen en groot gebracht vergt professionals met overzicht en kennis van samenhang. Binnen zo’n nieuw systeem moet in belangrijke mate oog zijn voor een betere afstemming tussen het collectief en het individu. Nu wordt er op school niet of nauwelijks aandacht besteed aan ‘wie je bent’. Bijvoorbeeld, veel ADHD geïnterpreteerd gedrag is terug te voeren op voeding. We kunnen kinderen ook zelf leren wat voeding met je doet en ze van jongs af al mede de verantwoordelijkheid geven welke keuzes ze daarin maken. Een appel of snoep?

 

De veranderingen die ik noem hoeven overigens niet persé meer geld te kosten. Net zoals meer individuele aandacht niet persé kleinere klassen hoeft te betekenen. Je kunt veel dingen anders organiseren; bijvoorbeeld door ook de ongebruikte uren die ik noemde binnen de school in te zetten voor het bereiden van de lunch, het begeleiden van kinderen en het geven van bijles. Rigoureus? Feit is dat de kwaliteit van de leerlingen die van het basisonderwijs komen al jaren naar beneden gaat en dat is wat mij betreft onacceptabel. Er zou een commissie moeten komen, een die boven de partijen staat, die dergelijke zaken in de gaten houdt en aan de bel trekt als de kwaliteit (nog verder) omlaag gaat. Alleen dan is het praten over een kenniseconomie meer dan een lippendienst in verkiezingstijd.

 

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *