Door: Manon Albers

Oxytocine knuffelhormoon?

Columns / 6 maart 2014 / Manon Albers

Mijn vriendin Lydia is vorige maand grootmoeder geworden. Lydia is 50. Ik ook. Grootmoeder en/of oma zijn woorden die in het rijtje van overgang, menopauze en aftakeling passen. Stoffig. Geranium kan er ook bij. Of gerimpelde buik. Als 50 jarige heb je het tegenwoordig helemaal niet makkelijk. Alles draait om jong. Jong en strak. En je kunt je met beautyspuitjes een heel end oppimpen maar je lijf leeft met de getelde jaren.

Vroeger was je in de overgang gewoon klaar met leven. Lekker makkelijk. Ook als je de deur uitging naar de kruidenier. Twee bloemetjesjurken (niet van King Louie) steunkousen en een paar degelijke beige instappers. Over opvliegers, dode eierstokken en hormonale tsunamis’s werd niet gepraat. Lydia past één avond per week op haar kleindochter. Ze is dolgelukkig met haar snoepie en knuffelt en zoent en kroelt. Dat schijnt voor ons – vrouwen in de doorstartfase- zoals ik zojuist bedacht heb, erg gezond te zijn. Zoenen en knuffen met baby’s. Je seksuele lusten zijn toch op z’n retour maar bij het zien en ruiken van babies worden we weer wild!

Als ik met mijn oppasbaby knuf en zoen komt het stofje oxytocine vrij. Het knuffelhormoon! Je wordt er relaxed van en het geeft je een wonderbaarlijk goed gevoel. Vervolgens voel je je sterk en geweldig. Je probeert in je King Louie jurk een gesprek aan te knopen met een aardige vent, maar ja die gaat dan weer voor een meid van 25. Het is ook nooit goed. Wat je ook doet! Geef mij maar babies. En het liefst zoveel mogelijk. Ik heb nog wel wat uurtjes over.

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *