Door: Linda Woudstra

Ouderschap en Solidariteit

Nieuws / 1 juli 2007 / Linda Woudstra

Ouderschap en opvoeden liggen onder het vergrootglas. De wereld van het kind en de ouder is binnen een korte tijd groter geworden en daarmee onoverzichtelijker. Het aanbrengen van structuur en grenzen kost tijd, intuïtie en inzicht…







Dat is niet gemakkelijk waneer je kinderen bedolven kunnen worden onder vrachtladingen mogelijkheden en keuzes. Een van de andere uitdagingen waar ouders voor staan is het hoofd te bieden aan de idee dat kinderen op sociaal-emotioneel, cognitief of motorisch niveau zorgvuldig gestimuleerd moeten worden en wel zó dat er een prefect functionerend kind uitkomt. Immers ‘het beste is nog niet goed genoeg’ volgens Judith Warner in Gekkenwerk, die daarmee een kritische blik laat vallen op de opvoeding in Amerikaanse gezinnen.

Er zijn ook meerdere redenen die het ouderschap in deze tijd niet altijd even gemakkelijk maken. Zonder met heimwee terug te denken aan vroeger, denk ik dat het ritme van het gezinsleven toen wel een stuk eenduidiger en minder uithuizig was en dat dit minder stress opleverde voor ouders. Dat menige ouder direct bij die woorden aan spruitjes, schorten en schoonouders is terecht. Dat het fenomeen keuzes krijgen óf maken niet bestond en dat relaties en gelijkwaardigheid er anders uit zagen is waar. Als ouder was je wél onderdeel van een stabiel netwerk waar je veel profijt van kon hebben. Ook hierin zit natuurlijk een kant van sociale controle waar je onder gebukt kon gaan. Maar binnen dit stabiele netwerk schuilt wel degelijk ook een positief aspect.


De buurman sprak je kind er zelf op aan als deze over de schutting klom en de buurvrouw hield een oog op de kleuters als je met de baby bezig was. Daarnaast lijkt het erop dat het minder gevoelig lag met elkaar vragen en zorgen te delen rond de opvoeding.
Ik heb het idee dat het gedrag van de ouder dat dan besproken werd, minder beschouwd werd als een prestatie in een geïndividualiseerde maatschappij waarbij werd gekeken of je het wel of niet goed deed. Naar mijn idee ging het in gesprekken over ouderschap en opvoeding, over de vraag: ‘hoe doe jij het?’. Ik merk in mijn werk veel meer dat die vraag niet meer gesteld wordt maar gekeken wordt: ‘waar doen zij het niet goed?’ Werkend met ouders en uiteraard uit eigen ervaring merk ik dat ouders weinig met elkaar delen en steunen, maar tegelijkertijd wel veel vínden over elkaars aanpak. Daarbij heeft iedereen wel zijn idee waarom het niet altijd even lekker loopt binnen andere gezinnen. Hierin zit altijd iets van vergelijking, weging, scoring ten behoeve van het eigen ouderschap. Een makkelijk voorbeeld is natuurlijk de opvoedprogramma’s op televisie waar ouders opgelucht na het programma verzuchten dat het bij hen gelukkig niet zo erg is. Dit alles draagt niet bij aan solidariteit en ondersteuning van moeders en vaders, gelijken onder elkaar.


Een voorval dat dit illustreert is een verhaal dat een goede vriendin mij vertelde. Zij werd van de andere kant van het schoolplein op hoge, harde toon toegejoeld met de woorden ‘Hé Sara!’ ‘Jeetje, ik hoor dat Eva blijft zitten!’ ‘Is het je dan niet gelukt? Ga je er nog werk van maken? Wat erg voor jullie!’ Het bleek een moeder uit de klas te zijn waar ze wel eens mee had staan praten over de keuze die ze moest maken om haar kind nog een jaar te laten kleuteren. Eva, haar dochter, heeft een grote voorliefde voor tekenen en dromen maar gaat na een prima jaar gewoon door naar groep 4. Alleen al het idee hoe deze moeder aan die onjuiste informatie komt is al vervelend en verontrustend genoeg. Naast de idiote manier om zo schreeuwerig naar haar toe te komen is het merkwaardig dat deze dame in het bijzijn van dochter Eva zo een gesprek opent. Deze mevrouw staat er niet bij stil dat dit voor Eva gevoelig zou kunnen liggen. Bovendien neemt ze zomaar aan dat áls ze zou blijven zitten dat dat onoverkomelijk zou zijn. Er ligt verder in haar opmerking besloten dat ze ergens werk van moet maken. Zo ligt er van alles op het schoolplein.


De woorden ‘geen solidariteit’ ratelde door mijn hoofd, toen ze dit mij vertelde. Dat iemand oprecht geïnteresseerd is in het welzijn van je kind is prettig. Eigenlijk zou dit vanzelfsprekend moeten zijn. Dat je er van uit kunt gaan dat je met andere ouders dit soort zaken kunt bespreken. Omdat je onderdeel uitmaakt van een netwerk waarin iedereen met zelfde vragen, zorgen en leuke anekdotes leeft. Een dergelijk netwerk ziet er anders uit dan vroeger, we schillen immers niet meer samen met de buurvrouw de aardappels op ons stoepje. Maar kan niettemin kan dit zijn eigen vorm en eigen invulling krijgen. Kijk bijvoorbeeld naar het virtuele netwerk op de site van Ouders-Online. Maar ook op het schoolplein, of in het weekend op het sportveld zullen we als ouders juist dat netwerk op een positieve en ondersteunende manier moeten inzetten. Op naar nieuwe energie want het delen van zorgen, interesse en leuke ervaringen vanuit zuivere beweegredenen geeft lucht en vrolijkheid aan ouderschap!

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *