Door: Manon Albers

Jip een Janneke

Columns / 10 maart 2011 / Manon Albers

In Amsterdam zuid staan grote huizen. Huizen met 6 of 7 kamers. Twee of drie verdiepingen. In een van die huizen woont mijn 8 jarige tweeling. Ik noem ze Jip en Janneke







Janneke is vlot, populair, bijdehand en houdt van lekker en veel eten. Jip is ook vlot, niet zo polulair, bij de hand en houdt van lekker en veel eten.


Het leuke van deze tweeling is dat ze zelden of nooit zeuren dat iets vies is. Nee, iets is bijna altijd lekker. Bruine boterhammen met kaas, broodjes appelstroop, nasi met satésaus, biskwietjes, tomatensoep, kipfilet met paprika roomsaus. Maar ook tomaatjes tussendoor, fruit en stukjes worst, rijstewafels en lasagne. Vrijdag is uitgeroepen tot lasagne-dag want dan m aak ik dus Lasagne en lopen ze ongedurig en watertandend door de keuken om me heen te dralen.


Als de school om 3 uur uit gaat, vergaan ze altijd van de trek. En ze hebben allebei 4 boterhammen en fruit op. Maar tussen 3 en half 6 ( aan tafel tijd) g aan er nog wel 3 boterhammen per kind doorheen. Tel d aar de koekjes en crackers bij op en je zou zeggen dat zo’n kinderm aagje dan wel vol is. Welnee!


Jip en Janneke eten een goed vol opgeschept bord zonder moeite leeg. Wel zijn ze op dit moment van de dag niet meer echt voor rede vatbaar. Hyperdruk en vaak gillend, schreeuwend en krijsend.


‘Ken je nog een mop, Manon?’ vraagt Janneke stand aard elke keer. Waarop Jip zijn bestek pakt en gezellig ritmisch opdreunt: “Lotje leerde Liesje lopen op de Lange lindel aan.’ En dat dan tien keer.


‘Mop, mop, mop.’ roept Janneke nu uitgelaten.Ok, mop…eh.. denk… denk…‘Welke dwerg loopt er altijd tegen een boom aan?’ En dan is het toch even mooi 10 seconden stil op zo’n middag.


Er zijn even geen geluiden. Geen gestommel. Niets. Stilte. Er wordt nagedacht door de twee. Serieus nagedacht.Fronsende gezichtjes. Elkaar vragend aankijken.


‘Zeg het maar Manon, ik weet het niet.’ zegt Jip en hangt met zijn mouw in de tomatensaus. ‘Nee, nee.’gilt zijn zusje. Zij wil altijd wel iets bedenken. ‘Eh..een kleine dwerg?’


‘Bijna goed; Paulus de Botskabouter.’


Een tel moeten ze nadenken, dan lachen ze samen om het hardst en stelt Janneke voor om van de spaghetti een leuke ketting te vlechten. Stiekem vind ik ze wel een beetje erg leuk.

 
 

Reacties zijn gesloten.