Door: Linda Woudstra

Hond van goede komaf

Nieuws / 30 mei 2011 / Linda Woudstra

De aanschaf van onze hond had nog heel wat poten in de aarde. We begonnen onze zoektocht bij het dierenasiel. Nou, dat viel letterlijk vies tegen. Het geblaf, waarmee we werden begroet was oorverdovend. Met onze handen over onze oren liepen we, mijn man, onze zonen en ik, langs de verschillende hokken.







Vies dat die hokken waren! Al die blaffende honden liepen steeds door hun eigen uitwerpselen. Bah! De verzorgster haalde een klein bruin hondje uit een hok en hield die in haar armen. Of we die wilden. Ik wierp een blik op het hondje. Het bibberde over zijn hele lijfje. Nee, dus. Het zou ons eerste hondje worden en ik voelde me niet de aangewezen persoon om voor dit getraumatiseerde hondje te zorgen. Voor mij geen Doggy Bibber. Na dit teleurstellende bezoek hielden we het asiel voor gezien.


Ik schreef me in voor een blond reutje, ras Labrador. Zowel mijn man als onze jongens wilden namelijk een grote lobbes. Aangezien de wachtlijst lang was, zocht ik in de krant naar advertenties, waarin puppy’s werden aangeboden. Een afspraak was snel gemaakt. Wij er naartoe. De hondennesten waren in een stal met een laagje zaagsel op de bodem. Het stonk er sterk naar urine. Alle honden, inclusief de puppy’s kwamen niet naar ons, noch naar de eigenaar toe. Ze schoten angstig achterin de verschillende hokken. Hier was duidelijk sprake van een broodfokker. Ik had erover gelezen in de vele hondenboeken, die ik van tevoren van de bibliotheek had geleend en uitgebreid had bestudeerd Ik verzon haastig de een of andere vage smoes en we gingen er weer snel vandoor. Dit nooit meer! Ons hondje moest in ieder geval van een erkende fokker zijn.


Opnieuw internet afgespeurd. Goh, een Berner Sennen leek ons ook wel wat. Wij naar een fokker gereden. Gelukkig dicht in de buurt. Vooraf had ik duidelijk aangegeven alleen te willen kijken, want een hond kan je nu eenmaal niet keuren aan de hand van een klein plaatje op internet of uit boeken. Nou, die beesten zijn in het echt behoorlijk groot.


‘Ja, we laten ze altijd tegen de tralie aanspringen. Dat vinden de kopers van onze honden leuk,’ verklaarde de eigenaresse.


Ja, heel leuk, maar wel eng. Wat een grote bakbeesten, en we wilden nog wel een reu! Binnen waren de nestjes met puppy’s. Heel schattig, maar ik hield me bewust afzijdig. Kleine puppy’s worden net zo groot als de bakbeesten buiten wist ik maar al te goed. Op een gegeven moment drukte de vrouw me een pup in m’n armen. Tja, en dan heb je zo’n guitig snoetje en dat warme lijfje tegen je aan. Op dat moment ging ik op mijn hart af in plaats van mijn nuchtere verstand. Na afloop dronken we een glaasje fris om de aankoop van onze nieuwe huisgenoot te vieren. Onze jongens helemaal blij.


Eenmaal terug in de auto bracht mijn man naar voren dat het wel veel hond was wat we straks achterin de auto zouden hebben zitten. Het angstzweet brak me uit. Die hond zou, eenmaal volwassen, in onze woonkamer rondbanjeren. Wat had ik gedaan? Meteen na aankomst heb ik de eigenaresse gebeld en de aankoop ongedaan gemaakt. Het voorschot mocht ze houden.


‘Nou, dit heb ik nog nooit meegemaakt?’ stamelde ze verbaasd.


Ik wist wel waardoor het kwam. Ze had me die pup niet in mijn armen moeten leggen. Maar goed, gedane zaken moesten worden teruggedraaid. Huilende jongens ’s avonds in bed. Ik legde ze uit dat ook volwassenen wel eens een fout maken. Diezelfde week heb ik me van de wachtlijst voor een Labrador laten halen. Degene aan de andere kant van de lijn reageerde heel aardig en begripvol. Ze antwoordde: ‘Joh, je vindt de juiste hond nog wel. Geef het even de tijd’. En ze kreeg binnen de kortste keren gelijk.


‘Wat wil jij dan graag?’ vroeg mijn man, nadat de rust weer was neergedaald.


‘Ik wil nog steeds het liefst een Cocker Spaniël. Al van kinds af aan’.


En zo werd het dus een kleiner hondje, onze lieve Rakker.

 
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *