Of Griekenland al failliet is of niet, of de schulden ooit wel of niet worden terugbetaald, dat is niet waar we ons druk over zouden moeten maken. Griekenland is de raison d’être van de euro. De speculaties tegen de euro, die zijn ingeluid door de problemen bij toevallig deze lidstaat, zijn precies de reden waarom we besloten hebben tot het creëren van een gezamenlijke munt. Door ons beter te wapenen tegen valutaspeculaties, hebben wij een veel grotere stabiele interne markt kunnen creëren.
Dat we in ons enthousiasme wat lichtzinnig zijn omgesprongen met de toelatingseisen is een gemiste kans, waar we nu niets meer aan kunnen doen. Griekenland uit de euro gooien zou om twee redenen oliedom zijn. Ten eerste omdat Griekenland, hoe vervelend ook, ten voorbeeld kan worden gesteld aan de andere eurolanden die nog van plan waren om te veel boven hun stand te gaan leven. Hoe keurig doen Spanje, Ierland en Portugal het nu niet ineens? Tuurlijk, want niemand wil Griekenland zijn. Ten tweede is Griekenland ook nog de raison d’être van onze democratie. Hoe kunnen wij ooit nog voor een Verenigd Europa gaan staan, wanneer wij de bakermat van onze democratie, ons culturele erfgoed en de Olympische spelen in de uitverkoop doen aan hoogstwaarschijnlijk Rusland of China? Vanwege een beetje geneuzel op de financiële markten? Het wordt tijd dat wij in Europa laten zien waar wij voor staan en waar we allemaal op eigen wijze een bijdrage aan hebben geleverd. Of het nou het Franse vrijheids- en gelijkheidsideaal is, de Nederlandse abortuswetgeving, de Noorse quota voor vrouwen aan de top, de Italiaanse esthetiek of zelfs het Zwitserse bankgeheim. Europa kan opnieuw het voorbeeld zijn van een samenleving waar gelijke waardering van alle ingezeten de norm is. Wij zijn niet voor niets tot een scheiding van kerk en Staat gekomen. Juist door erkenning van onze misstappen overal in Europa en door de hele geschiedenis heen, hebben wij een scherp oog ontwikkeld voor verkeerd gebruik van macht. Sommige lidstaten hebben dit iets scherper op het netvlies dan andere, maar wij delen onmiskenbaar deze geschiedenis. Het moet dan ook mogelijk zijn nu te zien welke machten ons bedreigen en daartegen op te treden in plaats van het mes in onze eigen rug te planten. De euro moet ons oorlogsgeld zijn, daarmee trekken wij ten strijde op de financiële markten. Geld is daarbij het middel, niet het doel. Als geld het doel wordt, krijgt het meer dan goed is voor het systeem, macht. En daar lijkt het op dit moment helaas op: de kerk van het geld. Wij hebben opnieuw een Verlichting nodig. Om scheiding tussen volk en Staat te voorkomen, zoals nu in Griekenland dreigt te ontstaan. Dat zou ontwrichting zijn. Wat we nodig hebben is een scheiding van geld en Staat. Waarbij geld, het geld dat wij elke dag nodig hebben om van te leven, ons geld is. Het geld van de burger, dat los van de koersschommelingen en rentes op de internationale markten functioneert als ruilmiddel. Voor het beschermen van de waarde van het oorlogsgeld, waarmee we handel drijven over de grens van de eurozone, hebben we onze politici. De schreeuw om terugkeer van de drachme, gulden, frank of mark is daarom geen gekke gedachte. Maar dan aanvullend op de euro, niet als vervanging van. Vergelijk het met naar een feestje gaan, waar je consumptiebonnen moet kopen. Is het feestje voorbij en heb je nog bonnen, dan zijn ze daarna waardeloos. Je feest dus lekker mee en als je je bonnen niet op kan maken geef je ze op tijd weg. Weggooien zou immers zonde zijn. Reacties van lezers: Hoi Linda, Hoe zie jij dan voor je hoe het uitruilen tussen de verschillende wereldmunten zou moeten? Dat moet via de financiele systemen. gr mattheus
Jan Saal: Fantastisch om zo zonder economische redeneringen en zonder ingewikkelde verhalen tot een oplossing te komen die naar mijn mening volstrekt juist is. Waarom zien we dit niet bij de regering?
|